Het komt wel eens voor dat je als werkgever loonbeslag moet inhouden bij een van de medewerkers. Het beslag wordt opgelegd door een deurwaarder of invorderingsambtenaar. Voorbeelden hiervan zijn: gerechtsdeurwaarder, Belastingdienst, UWV, CJIB of CAK. De werkgever is verplicht hier binnen 4 weken na dagtekening gehoor aan te geven middels de bijgevoegde derdenbeslag. Na 4 weken loopt de werkgever het risico zelf gedagvaard te worden. In dat geval kan de werkgever of uitkerende instantie zelfs aansprakelijk worden gesteld voor de gehele vordering.
In het derdenbeslag kan worden aangegeven of er al een lopend loonbeslag is. Deze informatie is nogal cruciaal ter voorkoming van onnodige extra kosten. Als de werkgever met verschillende beslag leggende schuldeisers wordt geconfronteerd, dan is de rol van de gerechtsdeurwaarder de gelden te verdelen. Is de Belastingdienst een van de schuldeisers, dan heeft deze voorrang. Zijn er geen preferente schuldeisers, dan wordt het totaal dat in aanmerking komt voor beslagname verdeeld na rato van de vorderingen van elke beslaglegger. Zijn er verschillende loonbeslagen in het spel, dan wordt de volgorde van prioriteit van de verschillende schuldeisers bepaald aan de hand van de datum en het tijdstip van de indiening van de kennisgeving van overdracht. Er bestaan twee soorten schulden: preferente en concurrente schulden.
Preferente schuldeisers zijn o.a. de Belastingdienst, het UWV, het College van Zorgverzekeraars. en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Concurrente schuldeisers zijn alle andere schuldeisers die een erkende vordering hebben op de werknemer. Wanneer er boven de beslagvrije voet nog geld over is gaat dat naar de overige schuldeisers.
Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen of aanvullende info nodig hebben, neem dan contact op met onze specialisten, zij staan u graag te woord, of stuur een e-mail naar kenniscentrum@salarisjobs.nl.
Disclaimer:
Hoewel aan de inhoud van deze berichtgeving uiterste zorgvuldigheid is betracht kan Salarisjobs niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik hiervan.