Ouderenkorting en alleenstaande-ouderenkorting

Belastingen
img_19
Share Icon facebook Icon linkedin Icon whatsapp

Ouderenkorting
Als een werknemer de AOW-leeftijd bereikt dan heeft de werknemer recht op de ouderenkorting. De ouderenkorting is € 1.292,00 voor werknemers met een inkomen van maximaal € 36.057 en € 71,00 voor werknemers met een inkomen hoger dan € 36.057.

De ouderenkorting past u toe via de tijdvaktabel vanaf de eerste loonbetaling in de maand waarin uw werknemer de AOW-leeftijd bereikt.

Alleenstaande-ouderenkorting
Voor de alleenstaande-ouderenkorting past de Sociale Verzekeringsbank dit toe. Er moet dan wel sprake zijn van een AOW-uitkering voor alleenstaanden. De alleenstaande-ouderenkorting is € 438,00.
De Sociale Verzekeringsbank past deze korting toe vanaf de eerste loonbetaling in de maand waarin de uitkeringsgerechtigde de AOW-leeftijd bereikt. De Sociale Verzekeringsbank doet dit alleen als de uitkeringsgerechtigde de Sociale Verzekeringsbank schriftelijk heeft gevraagd om de loonheffingskorting toe te passen. Hierdoor hoeft de uitkeringsgerechtigde geen aangifte inkomstenbelasting meer te doen om de alleenstaande-ouderenkorting te claimen.

Vanaf 1 januari 2018 geldt de alleenstaande ouderen korting niet alleen voor AOW uitkeringen van alleenstaanden, maar ook voor de aanvullende inkomensvoorziening ouderen.

Verandering ouderenkorting 2019
De ouderenkorting  in 2018 en in 2019 gaan omhoog als je AOW-gerechtigd bent, maar geldt niet voor iedereen. De ouderenkorting wordt in 2019 voor hogere inkomens afgeschaft. Hierdoor wordt voor hen de ouderenkorting gelijk aan nul. In 2019 zal de systematiek van de Belastingdienst veranderen waarbij de harde inkomensgrens voor de hoge ouderenkorting wordt vervangen door een inkomensafhankelijke verlaging met 15%.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met kenniscentrum@salarisjobs.nl